Toonladders studeren les 3

Je kent nu alle majeur toonladders uit het hoofd. In les 2 zijn we begonnen er muziek mee te maken door de ladders af te wisselen met een patroon in tertsen. In deze les gaan we spelen met ladder eigen 3 klanken en septiem akkoorden. Laten we eens kijken wat we tegenkomen als we op iedere noot van de toonladder een drieklank bouwen.  Voor die drieklanken gebruiken we alleen noten van de toonladder.   (Vandaar de term”ladder eigen”). In de toonladder van F krijgen we dan op de eerste toon (F) de drieklank F – A – C. De tweede toon van de ladder is G, de drieklank daarop wordt dan G – Bb – D ; een G mineur drieklank. Op de derde toon (A) wordt de drieklank A – C – E , ook een mineur  drieklank.  Op de 4e toon (Bb) wordt de drieklank Bb – D – F (majeur 3 klank). Enzovoort…

De hele reeks klinkt als volgt:

Dit zijn de 3 klanken die je net hebt gespeeld:

3klanken-triolen

Omdat een 3 klank nu eenmaal bestaat uit 3 verschillende noten lag het voor de hand om triolen te kiezen als onderverdeling; dan heb je keurig op elke tel een nieuw akkoordje. Maar je kunt ze ook spelen als achtse noten. Dan verschuift steeds het begin van elke drieklank; beurtelings op de tel en op de afterbeat.  Zeker als je de top noot nog een beetje accent geeft krijgt het een extra “drive” / stuwkracht.   Zoals in de  saxlijn van Glen Miller’s  “In The Mood” .. (0:12 tot en met 0:26 en verder in het liedje)

 

Dit is ook een goed moment om je bereik uit te breiden. Doe vanaf nu elke oefening over het hele bereik van je saxofoon.  Om niet in ademnood te komen schroeven we het tempo op naar 120, de tik die je hoort van de metronoom is de 2e en 4e tel van de maat.

 

in noten; stijgend :

naamloos

en dalend:

3kl-dalend

Doe deze 2 varianten van dezelfde oefening ( 1 x in triolen en 1 x in achtste noten ) in alle 12 toonsoorten.  Neem de tijd.  Geen haast,  blijf het gewoon herhalen tot het onmogelijk voor je wordt om er een fout in te maken.  Op die manier veranker je de toonladder in je geheugen en in je vingers.  En pas dan ga je naar de volgende toonsoort..

Als dat lukt kun je jezelf nog extra uitdagen door nu beurtelings de drieklanken stijgend en dalend te spelen; In de toonladder van C dus zo :

stijgdaal

En op de weg terug :

daal-stijg

En dan nu eerst dalend dan stijgend:

andersom1

en nu ook weer terug naar beneden;

andersom2

Ook deze oefeningen kun je natuurlijk in achtste noten spelen in plaats van het triolenfiguurtje.

3kl-stijg-dal-8es

 

Als je al dit werk in alle 12 toonsoorten hebt gedaan is het relatief eenvoudig om de drieklanken uit te breiden naar vierklanken; de septiem akkoorden. Je speelt nu alle basis akkoorden die je binnen een majeur toonladder kunt vinden.  Over het hele bereik van je saxofoon.  Binnen de ladder van C kom je dan de volgende akkoorden tegen:

septakkstijg

En de weg terug naar beneden.  Je begint elk akkoord nu op de septiem.

septakkdalend

Oefen de septiem akkoorden ook beurtelings stijgend en dalend :

7akkstijgdaal

en  terug naar beneden:7akkdaalstijg

Beginnend met een dalend akkoord :

imaj7dalend

en terug:

7akk-terugweg-2

Je hebt het vast al geraden… Deze ook in 12 toonsoorten oefenen.

Oef, dat lijkt een hoop werk.  En dat is het ook. En dat is precies de reden waarom een hoop saxofonisten er voor weglopen of dit uitstellen. Om vroeger of later tot de conclusie te komen dat het toch echt wel nodig is. Dus kan je er maar beter nu  aan beginnen. Zie het als een lange termijn investering in je techniek, theoretische kennis en vaardigheid op je je instrument.  Het sleutelwoord is herhaling.  En vasthoudendheid .  Blijven herhalen dus.  Haast is contraproductief. Het hoeft niet volgende week “af”.

Ruim elke oefensessie er een beetje tijd voor in. 10 minuten , of 15 of 20.  En houdt dat vol. Na verloop van tijd zal je merken dat je vingers bijna vanzelf naar de goede kleppen gaan. Zonder dat je er over hoeft na te denken.    Ik kan je uit ervaring garanderen dat elke keer 10 minuten geconcentreerd werken aan deze basis vaardigheden een enorm rendement oplevert.  Begin er mee.  Vandaag. Nu.

In de volgende les meer over de toepassing van de toonladders die je geoefend hebt in deze en de  voorgaande lessen.