II- V en II -V -I akkoord progressies komen aan de lopende band voorbij in bijna elk akkoorden schema. Het is handig om daar wat vocabulaire over te ontwikkelen zodat je daar iets leuks over kunt spelen. Maar hoe pak je dat aan ? Er zijn boeken met of zonder meespeel CD’s met honderd of meer voorbeelden van lijnen over II – V – I waaruit je zou kunnen studeren. Of je kunt lijnen uitzoeken van Charlie Parker, Hank Mobley , Dexter Gordon, John Coltrane of een van je andere helden.
Kortom , je kunt overal heel veel goed materiaal vinden. Maar maak dan niet de fout om alles alleen maar door te spelen en niet eentje echt te onthouden. Kies er een paar leuke uit en oefen die dan grondig. In verschillende tempi, grooves en toonsoorten. Vaak loop je dan toch nog tegen het probleem aan dat de lijn lastig is om te onthouden . Of technisch lastig om te spelen in de toonsoort of het tempo van dat moment. En dan sta je alsnog met lege handen.
Spannend, zo’n dominant lick met een #11, #9 en b9 binnen een halve maat tijd. En zeker de moeite waard om op te studeren in meerdere (of alle) toonsoorten. Het is een heel goede technische oefening. En ook een heel goede gehoortraining om zo’n lijn te transponeren. Bijna iedere saxofonist oefent dit soort lijnen in zijn studeerkamer. Ik doe het zelf ook. Overigens nooit met de bedoeling zo’n lijn letterlijk te spelen op een podium in maat zoveel van stuk X of Y. Dat werkt prima in de studeerkamer, vooral om jezelf vertrouwd te maken met het concept van het lijntje. En om de je oren open te zetten voor de gealtereerde noten; de mogelijkheid om een #11 of een #9 of b9 te spelen. Op een podium werkt het niet (althans niet voor mij) om te proberen zo’n lijn bewust in je solo te verwerken. Op het moment dat je gaat nadenken over de lijn en waar je hem wilt gaan spelen onderbreek je je natuurlijke “flow” van ideeën. En als het je al lukt om de lijn goed te spelen is er geen verband met datgene wat je daarvoor gespeeld hebt. Het klinkt dan als een kunstmatig ingelast trucje. In het ideale geval speel je soms “per ongeluk” zo’n ingestudeerde lick. Of een stukje er van. Maar dan gebeurt het spontaan. Omdat je het lijntje hoort aankomen op een bepaalde plaats. Het kan maanden duren eer zo’n lijntje ineens in je spel opduikt. Maar als dat helemaal nooit gebeurd is het ook goed. Het proces van studeren en je oren vertrouwd maken met de kleur en de extra spanning van de gealtereerde noten in de lijn is het belangrijkst.
In het ideale geval kun je (na verloop van tijd en veel oefenen) in de praktijk dus toepassen wat je in je oefenkamer hebt gestudeerd. Maar in de praktijk zijn de omstandigheden vaak verre van ideaal. Lastige toonsoorten, een snel tempo, vage akoestiek op het podium, of je moet een stuk spelen waar je nog niet zo vertrouwd mee bent. Soms ben je niet helemaal fit , een beetje uit vorm of een misschien tikje nerveus. Of je voelt druk om te presteren terwijl er mensen naar je kijken en mede musici naar je luisteren. ( dodelijk voor een goed optreden) Bob Reynolds zegt er zinnige dingen over:
Zeker als een aantal van die omstandigheden zich ook nog eens tegelijkertijd voordoen heb je behoefte aan makkelijk te spelen lijnen ( die goed “liggen”op je sax) waardoor je zonder ongelukken door een akkoorden schema kunt komen. Maar ook (of misschien wel juist) die eenvoudige lijnen moet je oefenen, anders heb je ze niet paraat.
Daar komt nog bij dat het lang niet altijd nodig is om over een II -V – I ingewikkelde lijnen met allerlei alteraties te spelen. Sterker nog , soms vraagt de muziek juist om een eenvoudige lijn.
Hoe maken we nu eenvoudige, makkelijk te spelen en te onthouden lijnen ?
Laten we eerst eens kijken hoe dat nu eigenlijk in elkaar zit ; zo’n II – V – I progressie Dat wordt misschien een wat ingewikkeld en theoretisch verhaal. Maar de uiteindelijke bedoeling daar van is dat je begrijpt hoe het werkt. En als dat kwartje is gevallen kun je keuzes maken die kunnen leiden tot een vereenvoudiging van de lijnen die je over deze progressie kunt spelen. Heb je geen zin in theoretische verklaringen ? Scroll dan even door naar het vet gedrukte zinnetje tussen de video voorbeelden van Sonny Stitt en Paul Desmond; Daar vind je de conclusie waar we verder mee gaan werken. Voor diegenen die er wel trek in hebben : Kijk nog even mee naar deze II – V – I in de toonsoort F.
De essentie van een IIm7 -V7 – I maj7 progressie is de overgang van het spannende vijfde trap akkoord (in dit voorbeeld C7) naar het rustpunt op de tonika , het eerste trap akkoord de Fmaj7 . Daar gaat het van spanning naar ontspanning. Laten we dat C7 akkoord op de 5e trap eens wat meer onderzoeken.
Als je de (mixolydische) ladder speelt die hoort bij het C7 akkoord en je stopt niet bij het octaaf dan krijg je deze volgorde van de noten.
Als we die laddder opnieuw rangschikken als een akkoord ( een stapeling van tertsen) dan ziet dat er zo uit.
Meestal denken we bij het zien van het akkoordsymbool C7 alleen aan de onderste helft:
Laten we nu die onderste toon weg en voegen we aan de bovenkant een noot toe dan krijg je dit akkoord.
Je kunt dit akkoord dus ook spelen over een C7. In feite speel je dan een C9 akkoord zonder de grondtoon C ( maar daar hebben we de bassist voor)
Laat je de 2 onderste tonen weg dan komen we bij ons tweede trap akkoord op Gm7. Gm7 is dus een selectie (iets meer aan de bovenkant ) van het uitgebreide C7 akkoord. Dat gaan we even onthouden…
Je kunt zelfs nog verder naar de bovenkant van het C7 akkoord door alleen de bovenste noten te selecteren, dan krijg je
je laat nu het hele onderste stuk van C7 weg. …Ook dit akkoord kun je spelen als solist over dat zelfde C7 akkoord. Gelukkig hebben we meestal naast een bassist ook nog een pianist of gitarist tenslotte.
Voor het visuele overzicht zet ik ze nog even naast elkaar :
Er zijn dus veel mogelijkheden om te variëren op het Vijfde trap akkoord. ( er zijn nog meer mogelijkheden maar voor nu laten we die even onbesproken) Nu nemen we het tweede trap akkoord , de Gm7 even onder de loep. We hebben net gezien dat het tweede trap akkoord Gm7 eigenlijk een onderdeel vormt van het uitgebreide vijfde trap akkoord C7.
Je vind het Gm7 akkoord ook terug in de ladder die bij het C7 akkoord hoort.
Begin je te spelen op de 3e tel dan speel je de ladder van het Gm7 akkoord. Maar de noten 9, 11 en 13 vind je een octaaf lager ook terug in de eerste maat . Als 2 , 4 en 6. Gm7 zit dus ook verstopt in de (mixolydische) ladder over C7.
Beschouw je het tweede trap akkoord slechts als een aankleding van het 5e trap akkoord dan kun je dat tweede trap akkoord dus ook gewoon weg laten. Elke II -V – I kun je dan reduceren tot een V – I.
kun je dus spelen als
Omgekeerd kun je het tweede trap ook beschouwen als de bovenste helft van een vijfde trap en het aan de ritme sectie over laten om die onderste helft te spelen. Dan laat je dus juist de vijfde trap weg en speel je de oorspronkelijke II – V – I zo :
Dit is niet alleen een theoretisch model, als je goed luistert hoor je mensen ook daadwerkelijk vaak deze keuzes maken in hun improvisaties. Een paar voorbeelden : Soms worden in de brug van “Bye Bye Blackbird ” deze akkoorden gegeven om over te improviseren:
Dm7 G7 | C#m7 F#7 | Cm7 F7 | B-7 E7 | Am | Eb7 | D7b9 |
Dat begint met een flinke reeks dalende twee-vijfjes. Lastig als je ieder akkoord wilt raken.
Luister naar wat Sonny Stitt speelt op die plek in de eerste solo chorus ( tussen 1:02 en 1:08)
Dat heeft een hoog tweede trap gehalte. De V7 wordt zo goed als genegeerd.
In de volgende chorus kiest Stitt er juist heel duidelijk voor alleen de Dominant akkoorden te spelen over hetzelfde stukje (1:43 -1:50)
(Deze voorbeelden zijn uitgeschreven voor Bb instrumenten. Stitt speelt hier tenor )
Nu is Stitt niet het schoolvoorbeeld van een saxofonist die eenvoudige lijnen speelt maar het gaat om het principe dat je bij elke II – V kunt kiezen voor alleen de II of alleen de V. En dat vereenvoudigt de zaken wel degelijk. Je hebt 1 akkoord minder om aan te denken. En dus ook een akkoordovergang minder om rekening mee te houden.
Paul Desmond doet het met nog minder noten in de bridge over “All The Things You Are” (1:41 -1:50)
In plaats van alle mogelijkheden te gebruiken van het vijfde trap akkoord ( hier B7) pakt hij in de eerste lijn eigenlijk alleen een essentiële noot , de septiem van van B7. Dat is hier de noot A, die hij oplost naar Gis in het I maj7 akkoord Emaj7. Iets eenvoudigs kan dus gewoon heel erg goed klinken.
Hier de nootjes voor de altsax :
Gitarist Quist ( Jacob Quistgaard) was zo aardig om toestemming te geven zijn jam track in deze pagina op te nemen. Waarvoor dank . Zijn website is https://www.quistorama.com. Zoek ook naar zijn andere jam tracks op YouTube; Er is een erg bruikbare clip van 30 minuten die de II-V-I in alle toonsoorten afspeelt..
In deze clip begint het oefen gedeelte op 0:35.
Als je alle majeur ladders kent ken je ook alle Mixolydische ladders; die gaan we gebruiken om lijnen mee te maken. Als je je ladders goed hebt geoefend lukt het spelen er van altijd wel, zelfs onder moeilijke omstandigheden. Heb je alle majeur ladders nog niet of onvoldoende gestudeerd dan is dit een goed moment om dat alsnog te doen. We laten het akkoord op de tweede trap weg en spelen 2 maten de ladder van de vijfde trap. Je hebt dan de tijd om de ladder op en neer te spelen en te zorgen dat je “landt”op een akkoordtoon van het tonica akkoord. Speel mee met de clip van Quist:
Bes Instrumenten :
Eb instrumenten starten op de noot E. de akkoorden zijn dan | E7 | E7 | Amaj7 |A maj7 ||
Ik laat het aan jou of ( en hoe) je het tonica akkoord verder wil invullen. Met het landen op de akkoordtoon is het doel bereikt; de spanning van het V7 akkoord is opgelost. Je kunt verder spelen in het tonica akkoord met iets simpels in de toonladder, je kunt het ook bij die ene noot laten.
Je kunt ook doorspelen naar de 9e toon van de toonladder, dan landt je op een andere toon van het tonica akkoord.
Is dat alles ? Nee, er komt meer. Maar het simpelweg spelen van de ladder helpt je wel ongeschonden door de progressie en dat was de bedoeling. Speel de ladder met een goede toon en timing en het klinkt prima. En het geeft je een goede basis om er op te variëren. Dat gaan we nu doen. Als je niet doorspeelt tot het octaaf maar van richting verandert op de septiem klinkt het al iets minder als een “ladder uit het boekje”. Om naar de terts van het tonica akkoord te gaan kun je een bekend bebop stijlfiguurtje gebruiken. Je benadert die terts met 2 chromatische noten. Zo dus:
Je kunt ook variëren door niet altijd op de eerste tel te beginnen. Zo:
Of zo:
Je hebt die ladder nu wel in je vingers; maak nieuwe variaties door op andere akkoordnoten van het V7 akkoord te starten. Op de terts bijvoorbeeld :
Als je op de kwint begint zit je eigenlijk weer op het IIm7 akkoord. boven de eerste 2 maten staat A7, maar je kunt dus ook deze twee maten denken vanuit Em7. Dat had er ook boven kunnen staan als akkoordsymbool.
Je kunt ook kleine sprongetjes maken in de ladder zonder dat het daar heel ingewikkeld of onspeelbaar van wordt :
startend op de septiem van het Dominant akkoord:
in plaats van aan een hele ladder te denken kun je ook alleen het akkoord spelen : In dit voorbeeld het akkoord op de 2e trap startend op de 9. Het motief wat ontstaat kun je herhalen op het tonica akkoord.
en ook daar kun je weer op varieren…
Over een V7 akkoord kun je ook de “bebop” ladder spelen, het enige verschil met de mixolydische ladder is een chromatische opvulling tussen de kleine septiem en de grondtoon. Die noot (de Gis in het notenvoorbeeld) hoort op de afterbeat thuis, niet op de tel…
En dat kun je weer combineren met de eerdere voorbeelden :
Wil je alle voorbeelden nog eens op een rijtje dan vind je die hier voor Bb – en hier voor Eb saxen.
Speel alle voorbeelden door met de YouTube clip van Quist en leer er een aantal uit je hoofd. Zoek daarna de clip die door alle 12 toonsoorten gaat en transponeer die lijnen. Op die manier leer je te denken in ofwel IIm7 ofwel V7.
Mocht je al spelende op nieuwe leuke combinaties uit komen dan is er op de PDF nog ruimte om die op te schrijven. Als geheugensteuntje , zodat je de volgende dag nog weet hoe het lijntje ging en je het uit je hoofd kunt leren. Tip : Neem jezelf op , dan kun je je idee terugluisteren .
Het harmonische verloop van een II – V – I zit al vrij snel in je hoofd en in je oren. Je kunt het ook doen zonder YouTube maar alleen met een metronoom. Langzamer dan op de clip, om je precisie te checken. En sneller bij wijze van “speed drill” , om je voor te bereiden op snelle stukken.
Na verloop van tijd zul je dit soort lijnen op een redelijk snel tempo kunnen spelen. En dat geeft je nog een extra toepassing. Je komt ook vaak “korte” II- V of II-V-I progressies tegen. In medium of langzaam tempo kun je dan “double time” spelen;
Het spelen van deze diatonische lijnen zal je niet de originaliteitsprijs opleveren. Daar waren ze ook niet voor bedoeld. Maar het paraat hebben er van is wel een prima vangnet. Leer een aantal van dit soort lijnen in alle toonsoorten en je hebt altijd iets om te spelen over een II -V – I .
Heb je iets gehad aan de uitleg en/of de speelvoorbeelden dan vraag ik je een donatie te doen om dit systeem van vrije toegang mogelijk te houden.
Een donatie kun je doen op het volgende IBAN nr :
NL53 ASNB 0707 1757 98
ten name van Trinus de Vries , Amsterdam.
succes, keep swinging.